Go west... to windy Western Australia
Blijf op de hoogte en volg ingridNgreet
11 September 2012 | Australië, Sydney
We zijn gekomen aan onze 8e en laatste staat van dit jaar.... West Australia. De grootste staat van Australia. Dus hier viel ook heel wat te beleven.
We staken de grens tussen NT en WA over en gingen naar het mooie Lake Argyle, een van de grootste stuwmeren van AU. Daar deden we mooie wandelingen tussen de stekelige, pijnlijke spinifexplanten, met zicht op het grote blauwe meer. De volgende ochtend stond ons een lekker pannenkoekenontbijt te wachten. Met ons buikje vol, zetten we onze reis verder naar Kununurra, een stadje omringd door plantages en dus bezaaid door backpackers... :P Wel een mooie stad om te verblijven.
Verder, nabij Fitzroy Crossing, bezochten we het Geikie Gorge National Park, een heel mooi, klein park waar we een mooie wandeling deden in de gedeeltelijk droge rivierbedding tussen de steile klifwanden.
Richting kustdorpje Derby, konden we de Boab Prison Tree bezichtigen, een baobab met omtrek 14m waarin aboriginals gevangen werden gehouden in afwachting tot deportatie naar Derby of Broome. In deze streek werden veel aboriginals onterecht veroordeeld en lange tijd in afzichtelijke omstandigheden vast gehouden. ‘s Avonds was het tijd voor de zonsondergang op de pier, die kilometers ver lag doordat het laagtijd was, en dit 11m lager is dan hoogtij. Een heel afstandje dus. Het is de plaats met het hoogste getijdenverschil ter wereld.
De volgende dag was een relatief kort ritje (240km) naar Broome, de eerste grote oostkuststad aan de Indische Oceaan dat we tegenkwamen :)
Daar wilden we toch even naar onze auto laten kijken door een klein waarschuwingslichtje van de batterij.... Het toeval treft dat we in panne vielen voor de garage. Hij gaf geen kick meer... Een groot geluk bij een ongeluk, aangezien we net door de outback gereden zijn.
De alternator bleek stuk te zijn. We konden nergens meer naartoe. Dit moest hersteld worden, dus we stonden dus eigenlijk wat op straat op het drukste weekend van het jaar in de stad. We konden gelukkig toch nog een hostel boeken. Een hele leuke hostel, dus daar konden we het wel goed vinden.
We verkenden dan maar wat de mooie, gezellige, rustige stad. De volgende dag kregen we slecht nieuws, het onderdeel voor de auto was nog niet aangekomen, wat wilde zeggen dat we tot maandag vast zaten.
De volgende dag was het een dagje aan Cable Beach, een ‘drukbezocht’ strand. En ‘s avonds gingen we op zoek naar de dinosaurussporen die al miljoenen jaren vereeuwigd staan in de bodem van de zee.... dus enkel te zien bij laagtij. Maar we hebben ze gevonden. Daar genoten we nog van de mooie zonsondergang en liftten we terug naar de hostel. (Wat is het moeilijk soms zonder vervoer :P )
Mijn verjaardag werd dus ook gevierd in Broome. En dit begon met een heerlijk ‘Belgisch’ ontbijt :) We besloten om fietsen te huren en ons zo te verplaatsen. We fietsten naar de zee, op het strand, in de zee... bij zonsondergang op een enorm groot strand. Zalig was het. Een leuk dagje uit. Daarna hielden we ons nog bezig tot maandag, en dan was de auto eindelijk klaar :D Home Sweet Home :)
We konden weer op pad en onze verloren tijd inhalen. Maar we hebben dan toch nog een leuke tijd in Broome gehad.
We bolden weer vlotjes richting Port Hedland, een lelijke havenstad waar we zo snel mogelijk weer weg wilden. 300 km zuidelijker lag het supermooie Karijini National Park met enorm mooie Gorges. Het 2e grootste nationaal park van WA. Daar deden we dan ook een lange wandeling en zwommen we weer in de mooie pools en watervallen. We hielden even halt in een stadje net buiten het park, Tom Price, een typisch en heel gezellig en groen mijnwerkersstadje waarrond metaal ontgind werd. We zitten namelijk midden in de mijnstreek, waar het vol rijdt van mijnauto’s en road trains van 54m lang. Daar deden we een mijntour met de bus langs de grote vrachtwagens en machines. Vrachtwagenchauffeur zijn van deze monstertrucks lijkt me wel leuk :)
Na dit bezoek, reden we terug naar de kust, naar Exmouth. Een kuststadje vlakbij Cape Range National Park en het mooie, indrukwekkende Ningaloo Reef. Na heel vroeg opstaan, werden we beloond met een mooie kampeerplaats in het nationaal park, naast de oceaan. In dit park zijn er heel veel snorkelplaatsjes. Om het koraalrif te zien, moet je namelijk gewoon vanop het strand de zee in wandelen en je bent er. Een groot verschil met de anderhalf uur durende boottocht naar het Great Barrier Reef. We snorkelden op verschillende plaatsen en het was fantastisch, alle soorten visjes in alle kleuren en groottes, heel mooi koraal, roggen, rifhaaien, schildpadden, zeesterren, .... We vertoefden toch enige tijd in het water. De rest van de tijd bakten we wat in de zon, deden we wandelingen of keken we naar de zonsondergang op een verlaten strand. Genieten dus. En af en toe kwam er eens een kangoeroe op bezoek.
Na dit driedaagse, reden we naar Coral Bay, een klein stadje langs hetzelfde koraalrif. Daar trokken we een wetsuit aan en gingen we snorkelen met de grootste roggen ter wereld, de Mantaray. Deze kunnen een spanwijdte hebben van gemiddeld 4 meter, maar zijn ongevaarlijk. Ze worden de ‘Eagles of the Sea’ genoemd. Het zijn heel gracieuze en verstandige wezens die zich met langzame en grote slagen door het water laten glijden. Heel indrukwekkend om erboven te zwemmen. Het was een leuk dagje op de boot en in het water met gigantisch koraal en heel veel zeediertjes.
Na al dit gesnorkel, was het tijd om verder te rijden. Naar Shark Bay, een plaats dat behoort tot het Werelderfgoed. Onder andere door de aanwezigheid van stromatolieten, het begin van alle leven op Aarde. Zonder hen, bestonden wij nu niet. Het zijn levende rotsen, opgebouwd door een 1 cellige bacterie, het eerste leven op Aarde. Deze produceerde meer en meer zuurstof door fotosynthese, waardoor meer leven kon ontstaan. Nogal indrukwekkend.
Hierna reden we naar Shell Beach, een enorm groot spierwit strand bezaaid door allemaal kleine schelpjes. Door een reactie met het regenwater, klitten ze samen, en werden er vroeger bakstenen van gemaakt. Zo ontstonden gebouwen met bakstenen van schelpjes. Na dit tussendoortje, reden we verder tussen de wilde bloemen. We stopten nog even bij een lookout met zicht op de grootste zeegrasvlakte ter wereld. 14 000 km2, met plaats voor ongeveer 14000 zeekoeien die ervan kunnen smullen. We stonden op een klif en hadden hier een heel mooi zicht op, het water was glashelder en bij wat geluk kon je beneden schildpadden, haaien, roggen, zeekoeien zien zwemmen.
In het gezellig, klein stadje Denham, bezochten we het World Heritage Discovery Centre met info over de streek als werelderfgoed. De volgende ochtend was het tijd om ‘wilde’ dolfijnen tot aan het strand te zien komen om enkele visjes uit de hand van toeristen te nemen. Ingrid was 1 van de gelukkige. Het is nogal toeristisch, maar de dieren blijven fascinerend. :)
Na dit heel mooi stukje erfgoed, zetten we onze weg verder naar het zuiden, waar het gras steeds groener werd, en de lucht steeds bewolkter. We bezochten Kalbarri National Park, met wilflife, een kronkelende rivier, rode kliffen en uitgestrekte natuur. We overnachtten in het mooie stadje Kalbarri. Vanaf hier volgden we de kustlijn, waar de gigantische en woeste golven die met enorme kracht tegen de kliffen beukten. Dit hebben we, via verschillende lookouts en wandelingen heel lang kunnen bewonderen.
Hierna kwamen we aan in Geraldton, weer 1 van die vele havenstadjes. Daar bezochten we de Memorial voor een Australisch oorlogsschip, HMAS Sydney II, dat op 19 november 1941 ten onder is gegaan door een gevecht met een Duits oorlogsschip, dat eveneens gezonken is tijdens hetzelfde gevecht. Alle 645 manschappen op de HMAS zijn omgekomen. Beide schepen zijn pas in 2008 teruggevonden. De memorial heeft dat verlies heel mooi weergegeven. Hierna bezochten we het museum van West Australie. Hierin werd, op een heel boeiende manier, de geschiedenis, fauna en flora, en scheepvaart weergegeven. We vertoefden er dan ook een tijdje.
De volgende dag reden we naar het Nambung National Park, waarin honderden en honderden Pinnacles staan. Rotsige pilaren die zich uitstrekken over het hele landschap. Hoe deze daar gekomen zijn, is nog steeds onduidelijk. Door de regenbuien door, deden we een wandeling en reden we vervolgens naar een dorpje, Lancelin. Daar mochten we bij een hostel op de parking kamperen. Door de regen waren we genoodzaakt om met 4 in de auto te slapen. Gelukkig konden we ons in de woonkamer van de hostel vertoeven en verwarmen aan de haard terwijl de stortregen en wind tegen de ramen beukte. Fijn om nog eens veilig binnen te zijn. :)
De volgende, regenachtige dag, bezochten we het hersfstachtig Yanchep National Park, waar we de koala’s (in gevangenschap) gingen bekijken. Het zijn en blijven toch wel heel schattige en fluffy beestjes, ookal zijn hun enige activiteiten het verplaatsen van een voorpoot en het knabbelen van eucalyptus.
Hierna gingen we nog eens hallo zeggen op de avocadoboerderij, waar we vorig jaar enkele weken werkten. Terugkomen na een jaar gaf een heel vreemd gevoel, het was alsof we nog niet vertrokken waren. Alles was hetzelfde, (sommige) mensen, sfeer, geur, ... Maar het was fijn om alles daar nog eens terug te zien.
De volgende dagen verbleven we op een camping buiten de stad en sliepen we, gezellig, met 4 in de auto. Overdag namen we de trein naar de stad. Terwijl Bouke en Lieselot de stad verkenden, gingen Ingrid en ik flyers ophangen in heel veel hostels met als doel het verkopen van onze auto. Op het eerste zicht zag het er niet goed uit, we bedachten verschillende bad case scenarios bij het niet-op-tijd-kunnen-verkopen van de auto. Maar daar kwam het geluk want een Duits koppeltje had wel interesse. Na een ontmoeting, en een goeie checkup van de auto, was de auto al officieus verkocht. We spendeerden een halve dag aan het uitmesten en wassen van de auto...... en de campingvuilbak was goed gevuld. Na het papierwerk, konden we de volgende dag de auto aan de nieuwe eigenaars overdragen. Laat ons hopen dat ze er, net als ons, een hele mooie tijd mee beleven.
Daarna vertoefden we nog twee dagen in Perth, dat we ondertussen wel gezien hadden. We vlogen terug naar Sydney, waar we donderdagnamiddag onze terugvlucht naar Belgie hebben. Daar kunnen we nog wat relaxen, zonder zorgen, en laten doordringen dat het jaar wel echt voorbij is. Want het is enorm snel gegaan, en we beseffen nog niet helemaal wat we allemaal meegemaakt hebben.
We kunnen nu met veel nostalgie terugdenken aan dit fantastische jaar.
See you all soon!
IngridnGreet
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley