Regenwouden, koraalrif en surfkusten - Reisverslag uit Cairns, Australië van ingridNgreet Vanhoutte - WaarBenJij.nu Regenwouden, koraalrif en surfkusten - Reisverslag uit Cairns, Australië van ingridNgreet Vanhoutte - WaarBenJij.nu

Regenwouden, koraalrif en surfkusten

Door: IngridnGreet

Blijf op de hoogte en volg ingridNgreet

24 Februari 2012 | Australië, Cairns

En hier gaat ons verhaal verder....

Op 22 januari kwamen we met de Spirit of Tasmania aan in Melbourne waar ondertussen de Australian Open bezig was en Kim Clijsters net de kwartfinale had gewonnen. Dus we besloten de trein te nemen naar het centrum en de sfeer van de Grand Slam op te snuiven. Jammergenoeg hadden ons Kim, en Rafael en Roger de dag ervoor moeten spelen en hebben we deze matchen gemist.
Na dit bezoekje, verlieten we de leuke stad en reden we naar het Promontory National Park met mooie stranden en regenwoud met panoramische zichten. Daar deden we mooie wandelingen en verfristen we ons bij de monding van de zoete groene rivier en de zoute blauwe zee. Een hele mooie plaats om er wat vakantie door te brengen, vonden vele mensen, want het was het drukste strand dat we hier al ooit gezien hebben. (Maar het is nog niets, vergeleken met de zomerse dagen aan de Belgische kust)
Vol muggen- en dazenbeten zetten we onze weg verder langs het zuiden. We reden door bergen en bossen richting het noorden.

26 januari, Australia Day. Een verlofdag voor de mensen die trots zijn op hun land. In 1788 werd op deze dag in Australie de eerste kolonie gevestigd. Dit vierden we even mee in Cooma, een skidorpje vlakbij de Snowy Mountains dat een skiparadijs is in de winter (Niet zoals je Australie zou voorstellen dus :P). Het was een waar dorpsfeest waar iedereen gekleed en gedecoreerd is met de Australische vlag, en na een hapje van een verjaardagstaart, reden we verder.

We staken de grens over naar onze 3e staat van de dag en onze 6e staat dit jaar; Australian Capital Territory, met hoofdstad van het land, Canberra. De kleinste staat, grotendeels met nationaal park, waar we enkele dagen doorbrachten en wandelden op Australische savanne en tussen tientallen kangoeroe’s. Na de rust, bezochten we de hoofdstad. Op zaterdag is er bijna geen kat en het was dus relaxed. Ik denk niet dat je dan in Brussel als bijna enige op de autostrade rijdt en je vlak voor het parlementsgebouw kan parkeren :P.
Rond 1900 werd tussen Sydney en Melbourne gebekvecht wie de hoofdstad zou worden. Zo werd een compromis gesteld en Canberra, die ongeveer op gelijke afstand tussen Sydney en Melbourne ligt, werd hoofdstad, In Canberra is er meer natuur dan in welke andere grote Australische stad. Het is de enige grote stad die niet aan de kust ligt.
We bezochten het parlement, ingebouwd in een heuvel. Een heel mooi gebouw waar ze terecht trots op zijn. Een gebouw met een mooie Kamer en Senaat waar wel eens vurige debatten gehouden worden, een gebouw waar het 2e grootste wandtapijt ter wereld hangt (9 op 20m), een gebouw met een vlagpaal van 81m hoog en een vlag de grootte van een dubbeldekbus, het gebouw waar het eeuwenoude wetboek, Magna Carta, ligt. In de nationale bib konden we het logboek van Captain James Cook lezen bij zijn ontdekking en verkenning van het nieuwe land. We bezochten nog de War Memorial, die in 1 rechte lijn staat met het parlementsgebouw dmv een brede parade van kilometers lang. Indrukwekkend om te zien.


Na het stadsbezoek, vervolgden we onze weg, terug door New South Wales. We passeerden het reuze-Merinoschaap langs de weg. Via de mooie Blue Mountains, vermeden we Sydney en reden we richting Queensland. We reden terug langs de kust naar het noorden. Het was de 1e schooldag van het jaar, dat wou zeggen; minder toeristen, maar weer veel schoolbussen.

Op de laatste dag van januari was het de heetste nacht ooit gemeten. En we hebben het gevoeld. De woorden ‘januari’ en ‘heet’ klinken nogal tegenstrijdig, maar hier was het toen toch een sauna in de auto. We deden nog een wandeling in een echt regenwoud met vele rare vogels, hagedissen, spinnen, waterslangen, lianen, palmbomen, ...
Het was een regenachtige, hete, drukkende dag, en we wilden per se nog naar een look out-toren waarvoor we eerst door wat regenwoud moesten. Daar maakten we voor het eerst kennis met de vieze bloedzuigers die zich vastzogen op onze voeten en benen. En het was jammergenoeg niet de laatste ontmoeting.

Het bleef dagen regenen, en het oosten van Australie kwam steeds meer onder water te staan. Dorpen en stadjes werden geevacueerd en enkele roekeloze mensen verdronken. Alle rivieren traden uit hun oevers en wegen werden afgesloten, dus we besloten voorzichtig en alert naar het noorden te rijden. In Port McQuarie was het al iets beter weer. We bezochten het koalaziekenhuis met opgevangen koala’s die waren aangereden of in een bosbrand zaten en daar verzorgd werden. Wel zielig om een blinde koala of eentje met maar drie poten te zien.

We reden naar Trial Bay, een gevangenis op een stuk rust boven de zee waar strafgevangen hun dagen telden en waar, tijdens de 1e WO alle personen met iets of wat van Duitse origine in Australie gevangen genomen werden. Zowel rijk als arm. Na nog een bezoek aan een mooie vuurtoren, kampeerden we in het nationaal park aan de kust.
De volgende dag reden we via de Waterfall Way, met vele watervallen dus, naar een mooi nationaal park. Daar deden we een wandeling in het regenwoud. Het pad bracht je langs groene, hoge bomen, lianen, wurgbomen, palmen, varens, vogels, hagedissen, skinks, slangen, spinnen, ... en ja, ook de bloedzuigers waren van de partij. Er zijn vele mooie nationale parken hier, voornamelijk regenwoud.
Verder langs de oostkust, kwamen we nog een Indische Tempel tegen en een reuze banaan tegen.


De volgende dag was het weer mooi weer. We namen ruim de tijd om eens de gevorderde surfboys bezig te zien op al vrij hoge golven. Spectaculair. We zijn dus aan de surfkusten gekomen. We reden verder naar Byron Bay, 1 van de populairste kuststeden voor backpackers, hippies en alternatievelingen. Daar gingen we naar het meest oostelijke punt van vasteland Australie. We zetten onze weg meer inlands verder, tussen suikkerriet en bananenplantages. We kwamen onze 7e staat binnen, Queensland. Onze eerste stop was het Springbrook national Park. Een fantastisch mooi park en toch 1 van mijn favorieten tot nu toe. We deden daar een lange, mooie wandeling met fantastisch mooie watervallen, waar je voor en achter kon lopen. Een paradijslijk park. Supermooie natuur. En daar zagen we weer vele beestjes, zoals de gewoonlijke spin, maar ook een aal en zelf de zeldzame blauwe kreeft die met zijn grote scharen klikte, toen we hem wilden passeren.

We reden tot de buitenwijken van Brisbane. De volgende dag namen we de bus naar het centrum en kuierden we wat door de gezellige stad. De stad werd vorig jaar getroffen door zware overstromingen. Je kon er gelukkig nog maar weinig sporen van zien en de stad is mooi heropgebouwd.
‘s Avonds bezochten we een West-Vlaams koppel dat 4 jaar met hun dochtertje in Australie woont. De vrouw werkt in TVH in Brisbane en de man is zelfstandig. Het was een heel gezellige, West-Vlaamse avond. :)

De volgende dag reden we verder naar het noorden. En, hoe noordelijker, hoe warmer en tropischer het komt. (Dus, in tegenstelling tot wat je leert op school, is het hier het tropische noorden en het frissere zuiden :P) We stopten in Noosa, een gezellig surfstadje. Daar huurden we een surfbord voor onze eerste surflessen met leraar Ward. :) Ingrid ging het toch wel beter af dan mij. Geef mij maar een bodyboard of gewoon de zee.
De volgende dag verfristen we ons weer in de zee. “Verfrissen”. Want de zee is ongeveer even warm als de buitentemperatuur, ongeveer 28 graden. Je stapte net een verwarmd zwembad in. ‘s Avonds deden we een heel toeristische activiteit. Het is het seizoen van het uitkomen van de schildpadjes en daar gingen we naar kijken. Bleek dat er nog 200 andere nieuwsgierige toeristen waren. In kleinere groepen konden we de kleine schildpadjes uitgebreid zien en werden ze uitgezet om naar de zee te lopen, daarvoor orienteren ze zicht op de maan. Dus eigenlijk lopen ze naar het licht van de maan. Heel schattig wel.

We reden naar Town of 1770, genoemd door James Cook, naar het jaar waarin hij daar aan land kwam. (Moeilijk moet een naamkeuze niet zijn, he) Daar gingen we op snorkeltour naar het Lady Musgrave Island. Een eiland op anderhalf uur varen met de boot en waardoor de helft zeeziek werd. Daar aangekomen deden we een wandeling op het mooie eiland met wit strand, helemaal bedekt door koraal. Net een paradijseiland. Na de uitgebreide maaltijd, zijn we 3u gaan snorkelen in het Southern Great Barrier Reef, 1 van de 7 natuurwonderen ter wereld. en dat was fantastisch. We zagen vele kleurrijke visjes, groot en klein, veel koraal, zeekomkommers, mooie machtige zeeschildpadden, een octopus, Nemo in zijn anemoon en zijn gestreept aquariumvriendje :D en zelf de zwartpunt rifhaai.

De dag erna reden we verder naar het noorden en staken we de kreeftskeerkring over, de grens met de tropen, dus het beloofde nog warmer en vochtiger te worden. Het wilde ook zeggen dat er dodelijke kwallen in de zee zitten en je er dus niet meer in mocht zwemmen, tenzij op eigen risico of in een afsluiting met redders. Verder kwamen we nog suikerrietvelden, bananenplantages en mensenloze stranden tegen met mooi zicht en mooi regenwoud.
We hielden halt in Townsville, de grootste stad van tropisch Queensland. Daar bezochten we Reef HQ, een centrum dat het leven in het Great Barrier Reef weergeeft en waar een aquarium van 2,5miljoen liter water met koraal en zeediertjes alles concreter maakt. Ook kregen we nog wat uitleg over de gevaarlijkste kwallen, de zee zullen we in het noorden toch wel even vermijden.
We reden verder, langs de zee en mangrovebossen. Vanaf hier worden we voortdurend gewaarschuwd voor de zoutwaterkrokodillen. Nog een reden dus om niet in de zee en rivieren te gaan zwemmen. We reden naar de bergen, het regenwoud in, waar we kampeerden. Een mooie plaats, waar we een duikje namen in de rivier (gelukkig klimmen krokodillen niet graag...).
Na een stukje binnenland, reden we weer naar de kust, naar Cairns, meestal het eindpunt voor de backpackers in het noorden van de oostkust. Een charmant stadje. We besloten nog noordelijker te rijden, naar een mooie streek met regenwoud en krokodillen. Een rustige en gezellige streek om uitgebreid te relaxen.
De laatste rustige dagen voor ons broerie, want hij vertrekt binnenkort terug naar het megadrukke Sydney om daarna huiswaarts te keren naar het koude Belgie :P


Hete groetjes,
Greet

  • 26 Februari 2012 - 20:42

    Bert:

    drukke dagen gehad dus. en opletten voor de krokodillen he ;-)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Cairns

Backpacken in Australië

Recente Reisverslagen:

14 September 2013

Nostalgia

17 September 2012

Australia, the end.

11 September 2012

Go west... to windy Western Australia

15 Augustus 2012

In het rode centrum van Australia

01 Augustus 2012

Goodbye Longreach
ingridNgreet

Actief sinds 24 Aug. 2011
Verslag gelezen: 427
Totaal aantal bezoekers 20122

Voorgaande reizen:

27 September 2011 - 27 September 2012

Backpacken in Australië

Landen bezocht: